Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Al deze dingen [20]worden [zo] moede, dat het niemand [21]zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen. 20. Of, zijn zo vol arbeids, of woeling. 21. Ja ook met zijn verstand of zinnen niet zou kunnen begrijpen. En volgens die kunnen die dingen, die men in de wereld ziet en hoort, den mensen geen recht genoegen of rust des gemoeds aanbrengen.